COLUMN: Ups en downs; Feyenoord door de tijden heen
18 november 2024 18:42
Foto: Pro Shots
Beste Feyenoord-vrienden,
Nu we weer in een interlandstop zitten in de hoop dat onze selectie daar substantieel fitter uitkomt dan vóór die break het geval was, maak ik van de gelegenheid gebruik wat van mijn eigen lief en leed met ons dierbare Feyenoord met u te delen. “Want wie verre reizen maakt kan veel verhalen ”luidt een oud gezegde en analoog daaraan kan iemand die al bijna 70 jaar de Kuip bezoekt dat natuurlijk ook wat onze club betreft. En zeker gezien het feit dat Feyenoord, opgericht in 1908, door alle tijden heen een roemrucht fenomeen is geweest. Voor velen een soort van profane dan wel sportieve religie, een plaats van ontkomen, waar je voor even je dagelijkse sores opzij zet om op te gaan in de kolkende massa van De Kuip en Het Legioen. Dat laatste begrip stamt uit 1963, toen maar liefst 15.000 supporters de uitwedstrijd tegen Benfica gingen bezoeken. Feyenoord was destijds de eerste Nederlandse club die de halve finale van het belangrijkste Europacup-toernooi bereikte na achtereenvolgens het Zwitserse Servette, het Hongaarse Vasas Budapest en het Franse Stade de Reims te hebben uitgeschakeld.
Vanaf het midden van de jaren vijftig had ik het voorrecht De Kuip te mogen bezoeken, die zich op ongeveer twintig minuten lopen van ons ouderlijk huis bevond. Mijn eerste wedstrijd was, zoals eerder verteld, een vriendschappelijk treffen tussen het Rotterdams Elftal en MSV Duisburg (3-3) en mijn eerste competitiewedstrijd van Feyenoord op 22 april 1957 die tegen Eindhoven dat destijds in de Eredivisie speelde. Natuurlijk had ik als jochie van nog geen tien jaar niet de financiële middelen om structureel de thuiswedstrijden te bezoeken en ik had geen vader die om voetbal gaf. Maar royaal als hij kon zijn trok hij wel geregeld zijn altijd redelijk gevulde portemonnee om af en toe een kinderkaartje te kopen. En dan liep ik met twee kwartjes Nederlands geld via de Lede en de “nieuwe luchtbrug” bij de Bree naar de heilige voetbaltempel. Het spel van Feyenoord stierf in die jaren in schoonheid. Geheel gebaseerd op techniek en scorend vermogen met onder meer midvoor Cor van der Gijp. De Dordtse goalgetter speelde van begin 1956 tot eind 1963 voor de club van rood-wit-zwart. Feyenoord werd vanaf 1956 een echte Nederlandse topclub nadat het in dat jaar Holland Sport had opgekocht. Een jaar eerder was de tweebenige Aad Bak al van die club over gekomen en die was zowel op het middenveld als in de aanval inzetbaar. Feyenoord speelde vanaf die midden jaren vijftig dus in technische zin voor Nederlandse begrippen hogeschoolvoetbal maar werd vooralsnog geen landskampioen. Ook een bekerfinale in 1957 tegen Fortuna’54 ging ondanks een ruststand van 2-1 met 2-4 verloren. Die Limburgse ploeg, toen nog spelend in Geleen, was ook een heel goede ploeg met intrinsieke toppers als Bram Appel, Jan Notermans, Cor van der Hart en Frans de Munck in de ploeg. Stuk voor stuk vaste Oranjeklanten.
Het zou tot 1960 duren eer Feyenoord heel dicht bij de titel kwam. En om de wisselvalligheid van Feyenoord door de tijden heen nogmaals te schetsen: de laatste wedstrijd van dat competitieseizoen was Feyenoord-Ajax en Feyenoord won die overtuigend met 3-0. Het doelsaldo telde toen nog niet en door die zege stonden Ajax en Feyenoord samen bovenaan in de ranking van de Eredivisie. De kampioenswedstrijd die daarop volgde werd in het Olympisch Stadion gespeeld, op zich al bizar. De degradatiewedstrijd tussen Blauwwit en Elinkwijk werd in De Kuip afgewerkt, Elinkwijk bleef daarbij in de hoogste afdeling. Maar die wedstrijd in de residentieloze hoofdstad eindigde in een drama voor ons dierbare Feyenoord. Bij de rust stond het nog 0-1 uit een pingel van Reinier (Beertje) Kreijermaat, die met zijn komst meer “body” aan Feyenoord had gegeven, maar na de rust werd het maar liefst 5-1 voor de Mokumers. Feyenoord liet het helemaal lopen en het gerucht ging dat in de rust bekend was geworden dat trainer George Sabotka zou moeten vertrekken. Daar waren de spelers het niet mee eens en daar verdampte dus onze eerste titel in het betaalde voetbal en de zesde in totaal.
Die eindstrijd om de schaal werd dus een tragikomedie om maar eens een contradictio in terminis te gebruiken. Feyenoord was destijds echter de rijkste club van Nederland en kocht zich steeds sterker, hetgeen resulteerde in de enige keer dat Feyenoord in zijn lange geschiedenis twee keer achter elkaar landskampioen werd. In 1961 en 1962. Daarna kwam er weer een kleine dip maar in 1965 greep Feyenoord dan toch weer de titel. Daarna gingen we opnieuw de tweede viool spelen en werd Ajax onder leiding van het fenomeen Johan Cruijff drie maal achter elkaar landskampioen. Echter, Feyenoord had inmiddels een heuse wereldploeg bij elkaar gesprokkeld met onder meer Rinus Israel, Wim Hansen, Ove Kindvall en Franz Hasil. Dat resulteerde meteen daarna in het driejarige en meest succesvolle tijdbestek uit de roemruchte historiografie. Want in die succesperiode in optima forma pakte Feyenoord twee landstitels, de nationale beker, De Europacup I (=voorloper van de CL) en de Wereldbeker. Meteen daarna volgde weer een dip van twee jaar en toen won het weer een gouden dubbel (landstitel en UEFA-Cup).
Tja, en dat succes werd weer afgewisseld met een decennium lang magere jaren. Met als enige positieve onderbreking de bekerwinst in 1980 ten koste van de aartsrivaal. Een wedstrijd die onder leiding stond van mijn betreurde vriend Charles Corver, later uitgeroepen tot scheidsrechter van de (twintigste eeuw). Maar dan, na tien jaar wachten, werd Feyenoord eindelijk weer landskampioen in 1984 en pakte meteen de beker ook maar mee. Het was niet alleen het jaar van de laatste dubbel (althans van titel en beker) , maar ook het jaar van Cruijff en Gullit in één en hetzelfde elftal. Tezamen een platina duo.
Opnieuw braken daarna magere jaren aan. Tot overmaat van ramp stapte Gullit in 1985 over naar PSV dankzij misbruik van “inside information” door de toenmalige technisch directeur van PSV, Hans Kraay senior, die uit zijn periode als hoofdtrainer bij Feyenoord wist dat Gullit voor een prikkie (acht ton Nederlandse guldens) op te halen was in Rotterdam. Twee jaar later werd “de Zwarte Tulp” aan AC Milan verkocht voor maar liefst zeventien miljoen pegels. Het zou niet de laatste keer zijn dat Feyenoord zich in de maling liet nemen door de Zwartrokken. Vanaf 1991 vond tot 1995 weer een succesvolle periode plaats met één landstitel, vier bekers en één supercup, de voorganger van de JC-schaal.
Voor het volgende succes moest vervolgens weer vier jaar worden gewacht met de kampioensschaal, met nog drie jaar later (in 2002) het grote historische succes van de laatste Nederlandse Europacup. Daarna weer zuchten tot 2008 met de bekerwinst onder leiding van de nogal omstreden Bert van Marwijk, maar die in 2010 wel even wereldkampioen zou zijn geworden met Oranje als Robben zijn grote kans alleen voor Casillas gewoon had verzilverd. Dan had Bertje twee hele grote prijzen in zijn verder niet overtuigende loopbaan als trainer gewonnen. Feyenoord zou pas weer in de jaren 2016-2018 een succesperiode meemaken met één landstitel , twee bekers en twee JC-schalen. Daarvoor ging de lauwerkrans naar Giovanni van Bronckhorst.
Waarna in het coronajaar 2020 Dick Advocaat de pech had niet de finale met Feyenoord te mogen spelen.
En last but not least volgden toen nog de eclatante succesjaren met, de in aanzien als een omhoog geschoten komeet, Arne Slot.
En zo zijn we dan bij de wisselende resultaten van Priske beland, welke naadloos passen bij de club van ups en downs, te weten ons dierbare Feyenoord.
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart