‘Iedere Feyenoorder groeide een beetje boven zichzelf uit’
23 december 2017 10:35 - Feyenoord.nl
Toen Giovanni van Bronckhorst werd gevraagd wie hij zou willen uitnodigen om terug te blikken op het afgelopen jaar, koos hij voor de twee laatste trainers die vóór hem kampioen werden met Feyenoord: Leo Beenhakker en Willem van Hanegem. Samen schoven ze aan in het Rotterdamse sterrenrestaurant Joelia op de Coolsingel voor een vervroegd kerstdiner. Schrijver Michel van Egmond doet in de eindejaarseditie van Feyenoord Magazine verslag van de bijzondere ontmoeting.
De amuse, - schuim van rode biet, schuim van kerrie en krokant van amandel - wordt geserveerd in een stenen kom. Van Hanegem lepelt het naar binnen alsof het de tomatensoep is die Ome Henk Bos vroeger in het spelershome serveerde. Aan tafel gaat het onder meer over de dag van de kampioenswedstrijd tegen Heracles.
Van Hanegem: ‘Onvoorstelbaar, de emoties in het stadion. Je voelde de spanning al ver voor de wedstrijd. Geweldig was dat. Ik zag mijn eigen dochter op de tribune met zo’n grote vlag zwaaien. Ik wist niet dat ze zo sterk was. Maar iedere Feyenoorder groeide op die dag een beetje boven zichzelf uit.’
Van Bronckhorst: ‘Toen ik voor het eerst het veld opliep en de sfeer op de tribunes voelde, toen wist ik al: we gaan nooit verliezen. Onmogelijk. En ik denk dat de spelers dat ook hadden.’
Van Hanegem: ‘Ik geloof niet dat ik ooit eerder zoiets in De Kuip heb meegemaakt.’
Beenhakker: ‘Ik zat thuis. Op de bank. Op het randje van de bank, beter gezegd. Ik gunde het Feyenoord zo.’
Van Hanegem: ‘Ik ook.’
Beenhakker: ‘Ja, maar bij mij had dat ook praktische reden. Ik woon in Rotterdam. De laatste drie maanden van dat seizoen werd ik helemaal gestoord als ik naar buiten liep. “Hé trainer, wat wordt het?”, “Hé trainer, gaan we het redden?” Gek werd ik daar van. Ik dacht: laat ie in godsnaam die schaal winnen, dan ben ik van het gezeik af. En dat is gebeurd. Dat heb je goed gedaan, kleine.’
Van Hanegem: ‘Als je ziet wat er daarna gebeurde, in het stadion en in de stad. Dat is in wezen het mooiste dat je kunt meemaken. Je zit om je heen te kijken en je kunt alleen maar denken: schitterend.’
Van Bronckhorst: ‘Precies zo’n gevoel had ik op het bordes van de Coolsingel. Ik keek over de massa en zag dat er overal mensen waren. Niet alleen op straat maar ook op de torens, op de daken van de gebouwen, overal. Het gevoel dat ik toen kreeg, was heel overweldigend.’
Beenhakker: ‘Het is een van de grootste voldoeningen in dat rare vak van ons: dat je mensen gelukkig kunt maken. Ik heb twee jaar op Trinidad gewerkt. Dat eiland stelt geen reet voor. Een miljoen mensen. En dan moet je zien wat er gebeurt wanneer je je voor het eerst plaatst voor het WK. Ze horen er opeens bij. Ze bestaan. Het eiland is altijd weggemoffeld en nu staat het ook een keer in de spotlights. Ik heb nog nooit zo veel mensen zo uitzinnig gelukkig gezien. Vier dagen lang stond alles stil. Vier dagen feest, vier dagen lang ging er niemand naar zijn werk.’
Van Hanegem: ‘Dat gingen ze toch al niet hoor.’
Van Bronckhorst: ‘Toen er nog een paar minuten te spelen waren kwam John Stegeman me al feliciteren met de titel. Toen keek in naar die spelers en naar al die dolblije mensen om me heen en realiseerde me plotseling: ja, we gaan het flikken. Ik liep terug naar de bank en Jeepie (Jean-Paul van Gastel, red.) had het ook. Allebei tranen in onze ogen. Zaten we daar met z’n tweeën te snikken op de bank, terwijl iedereen helemaal gek werd om ons heen. Ons eerste jaar samen, onder Ronald Koeman, stond er politie met getrokken pistolen in het Maasgebouw. Dat was nog maar vijf jaar eerder. Dat soort dingen speelt dan door je hoofd.’
Beenhakker: ‘Mensen op straat vroegen of ik het niet erg vond dat ik straks niet langer de laatste Feyenoord-trainer met een titel zou zijn. Het is een beetje sentimenteel ouwe lullen-verhaal, maar ik dacht: als het dan gebeurt, laat het dan gebeuren door drie van mijn gozertjes. Giovanni heb ik kort als speler gehad, JP was mijn aanvoerder in het kampioensteam en Jan Wouters was aanvoerder toen ik met Ajax die schaal won. Dan vind ik het extra mooi dat deze jongens het waarmaken.’