COLUMN: Met Priske pakken we de prijskes
3 juni 2024 13:45
Foto: Pro Shots
Beste Feyenoord-vrienden,
De titel van deze column in onvervalst Brabants dialect is afkomstig van een Feyenoorder, geboren en getogen in de Randstad, maar al decennia lang woonachtig in Brabant (tegenwoordig in Oirschot) en als hoofdconducteur bij NS een collega van mijn vrouw tot zij (alweer enige tijd geleden, te weten in oktober 2015) met pensioen ging. En op de trein hoor je als rijdend personeel in primair het Brabantse land natuurlijk geregeld dit soort verbasteringen van de zuivere Nederlandse taal. Al zijn dialecten, mede als gevolg door de almaar dominantere informatiesamenleving, een uitstervend fenomeen.
Ja, het gaat - naar verluidt - dus de Deen Brian Priske Pedersen - worden die onze vertrokken held Arne Slot gaat opvolgen. Voor mij is hij een blanco bladzijde, al heb ik wel kunnen lezen dat zijn trainersstijl dan wel het spelconcept dat hem voor ogen schijnt te staan op dat van Arne zou lijken. Hij zal nooit een replica van Slot zijn of kunnen zijn, maar indien de analyse van de koude grond enigszins klopt dan zal hij in ieder geval niet á la Dick Advocaat vanuit een gesloten verdediging opereren en waarbij voorzichtigheid de moeder van de porseleinkast is. Waar overigens ook niets mis mee is, ik vind Dickie Dick een uitstekende trainer, zag hem destijds graag bij Feyenoord en reken het de (K)NVB nog steeds aan dat zij hem niet de kans hebben willen geven om die bekerfinale tegen FC Utrecht te spelen. Uiteraard niet midden in de coronacrisis, maar gewoon op een later tijdstip, zoals elders in Europa ook gebeurde en dan desnoods zonder publiek.
Echt een indrukwekkende cv heeft de man uit het land van Hans Christian Andersen als hoofdcoach nog niet met Mittiyland, Royal Antwerp en Sparta Praag, maar het had ook bescheidener kunnen zijn. Want met die laatste club werd hij de afgelopen twee seizoenen wel beide keren landskampioen van Tsjechië waarbij hij de laatste keer zelfs de dubbel pakte. Qua prijzen dus nog beter dan Arne met ook nog een jaar minder aldaar eerstverantwoordelijk te zijn geweest, al bereikte Arne Slot in diens eerste jaar natuurlijk wel de finale van de Conference League.
En laten we wel wezen: wij haalden de volgens de communis opinio grootste trainer aller tijden van Feyenoord in 1969 op bij ADO Den Haag, dus een voorliggende cv zegt ook niet alles!
Willem van Hanegem herhaalt in diens column van vandaag in het AD zijn eerder geponeerde stelling dat de rol van de trainer wel wat overdreven wordt, maar dat ben ik toch niet met hem eens. Het is uiteraard wel zo dat de trainer in beginsel net zo goed is als de sterkte van zijn ploeg, maar de ene trainer haalt daar dan toch wel meer uit dan de andere. Ben Peeters was in 1969 als hoofdcoach goed genoeg om de dubbel in de wacht te slepen, maar we zullen nooit weten of Feyenoord een jaar later onder diens leiding ook de Europacup I en Wereldbeker zou hebben gewonnen. Ik meen met alle respect voor zijn kwaliteiten te kunnen taxeren dat hij dat niet voor elkaar gebokst zou hebben.
Hoe dan ook, we zitten nu in de komkommertijd die overigens alleen voor het trainings- en voetbalveld geldt. Voor het bestuur is het juist een zeer hectische tijd van loven en bieden, van begeerde spelers op hun intrinsieke waarde schatten inclusief het daaraan “hangende” prijskaartje.
Op zich ook best een spannende tijd, niet alleen voor de bestuurders, maar ook voor het Legioen, dat alle ontwikkelingen met argusogen en reikhalzend volgt en waarbij velen pretenderen alle wijsheid in pacht te hebben omtrent de (transfer)waarde van op te halen en - al dan niet nolens volens - te verkopen spelers.
We gaan het zien, luidt dan weer het cliché.
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart