COLUMN: Mijn leven met Feyenoord (slot)
7 juli 2025 11:04
Foto: Privé-archief Edmond van Ooijen
Beste Feyenoord-vrienden,
Met het klimmen der jaren ontvallen ons veel spelers uit soms lang vervlogen tijden die ons toentertijd zeer dierbaar waren en die wij destijds als onze onvoorwaardelijke helden beschouwden. En sinds diens bedroefd stemmende overlijden op 1 juli jongstleden is dus ook “IJzeren Rinus” Israël tot dat Legioen van Eer toegetreden. Een ander Legioen derhalve dan dat van de “door dik en dun” getrouwe schare Feyenoord-supporters. Maar dat Legioen van Eer vormt wel de bakermat van dat andere Legioen, dat met name als zodanig wordt aangeduid sinds de uitwedstrijd tegen Benfica op 8 mei 1963. Na een 0-0 remise in de heenwedstrijd moest Feyenoord toen als eerste Nederlandse club, die de halve finale van het EC I – toernooi had gehaald, trachten in Lissabon te overleven, maar dat was destijds nog een sportieve brug te ver. Er gingen echter twee zeewaardige passagiersschepen met supporters met het elftal mee naar de Portugese hoofdstad en sindsdien werd die aanhang van ons dierbare Feyenoord “Het Legioen” genoemd. Die schepen waren de “Groote Beer” en de “Waterman”.
IJzeren Rinus maakte deel uit van het sterkste Feyenoord-elftal ooit. Het is ook het enige elftal waarbij ik zonder te hoeven nadenken alle elf structureel geselecteerde basisspelers opsom. Rinus Israël vormde tezamen met Theo Laseroms, bijgenaamd Theo de Tank” ook de beste centrumverdediging aller tijden, links geflankeerd door de technisch vaardige Theo van Duivenbode en rechts door supermandekker Piet Romeijn. Ook het middenveld was op dat moment het beste ter wereld met Wim Jansen, Willem van Hanegem en Franz Hasil. Wim Jansen was een ongeëvenaarde balveroveraar, Willem van Hanegem, bijgenaamd “de Kromme” was – omringd door een kluwen van tegenstanders - niet van de bal te krijgen en grossierde in loepzuivere kromme passes, terwijl de Oostenrijkse Franz Hasil een ongekend hard schot in de benen had. Met name zijn doelpunt tegen Legia Warschau in de halve finale van dat gouden EC I – toernooi 1969-1970 was als het ware een kanonskogel afgeschoten door een Duitse Dikke Bertha uit de Eerste Wereldoorlog. En ja de voorhoede werd van links naar rechts bemand door de frêle Coen Moulijn, de beste en meest onbaatzuchtige linksbuiten van Feyenoord aller tijden, de centrumspits was de Zweedse sneltrein en keizersschutter Ove Kindvall, mijn persoonlijk grootste clubheld uit de hele clubhistoriografie en de rechtsbuitenplaats werd bezet door keientrekker Henk Wery. Henk werd weliswaar geboren in mijn geliefde Amersfoort, stad van mijn vaderen, maar was zeker niet één van mijn meest favoriete spelers van het grote Feyenoord rond het jaar 1970. Hij werd ook door de technische leiding toch als een soort van dissonant beschouwd. Een rechtsbuiten die wanneer hij de achterlijn had gehaald geen voorzet gaf, maar weer met de bal terugliep en daardoor niet aan het geijkte patroon van een vleugelspeler voldeed. Een patroon waaraan Coen Moulijn juist in optima forma beantwoordde. Men heeft er van alles aan willen doen om een andere speler te halen voor de toch zeer sympathieke Wery, die na Hasil ontegenzeggelijk het hardste schot in de benen had. Daarbij zijn onder meer de geboren Mokumer Rob Rensenbrink, bijgenaamd het slangenmens, en de Zweed Roger Magnusson in beeld geweest. Maar Rob vertrok in 1969 naar Club Brugge en voor Roger Magnusson vroeg Olympique Marseille in 1970 één miljoen gulden, hetgeen destijds een fabelachtig bedrag was. Feyenoord hapte dan ook niet toe en betaalde wellicht stante pede nog in datzelfde jaar en slechts drie weken na het winnen van de Wereldbeker de prijs daarvoor via de uitschakeling in de eerste ronde tegen het volstrekt anonieme Ut Arad uit Roemenië. En zo zou Henk Wery nog tot 1974 bij Feyenoord blijven en na de successen van 1969, 1970 en 1971 dus ook nog in dat laatste jaar van zijn dienstverband de UEFA-cup en de landstitel met de club van Zuid veroveren.
En zoals ik de uiterst beweeglijke, razendsnelle en zeer schotvaardige Ove Kindvall de beste centrumspits aller tijden vind, beschouw ik Rinus Israël tot de beste centrumverdediger en laatste man uit de hele voetbalgeschiedenis. Beter nog dan Franz Beckenbauer, bijgenaamd “der Kaiser”. Was Rinus een Duitser geweest, dan had der Franz nooit die legendarische eretitel gekregen, want die zou alsdan naar “IJzeren Rinus” zijn gegaan. Beckenbauer kwam met Bayern München ook pas aan de absolute top van Europa toen Feyenoord aan kwaliteit inboette, Rinus Israël op een lager plan ging voetballen en ook Ajax een enorme aderlating onderging door het vertrek van Johan Cruijff naar Barcelona.
Nooit zou ons dierbare Feyenoord nog het niveau bereiken van de jaren 1969-1971, maar tijdens het seizoen 2001-2002 kwam het er nog wel eenmalig dicht in de buurt met het absolute fenomeen Pierre van Hooijdonk, omringd ook door absolute topspelers als Brett Emerton, Patrick Paauwe, Ulrich van Gobbel, Kees van Wonderen, Paul Bosvelt, Jon Dahl Tomasson, Shinji Ono, Johan Elmander, Bonaventura Kalou en last but not least Robin van Persie. Pierre was als centrumspits ook de enige 100 % waardige opvolger van Ove Kindvall en als allesbeslissende factor in dat successeizoen met de tweede gewonnen UEFA-Cup wellicht nóg doorslaggevender dan Ove Kindvall. Vanwege zijn fabelachtige vrije trappen die gelijk stonden aan het nemen van een penalty. Daar werden zelfs grappige filmpjes over gemaakt, waarbij een oudere supporter meldde dat Pi-ai had gescoord terwijl hij de vrije trap nog moest nemen. Droomvoorbeelden waren zijn vrije trappen uit tegen FC Freiburg en uiteraard in de finale tegen Borussia Dortmund. Maar ook zijn gedenkwaardige allesbeslissende penalty in de kwartfinale tegen PSV verdient natuurlijk tot in alle eeuwigheid een erepodium.
En zo ben ik tijdens deze nu bijna voorbije komkommertijd aan het einde gekomen van mijn korte serie columns van mijn leven met Feyenoord. De eerste oefenwedstrijd van het nieuwe seizoen is al weer gespeeld en in de Friese hoofdstad Leeuwarden met 1-4 dik gewonnen van Cambuur. En waarbij Feyenoord dus de eer had samen met de thuisclub het nieuwe stadion van Cambuur in te wijden. Een ruime uitslag ook die perspectief biedt voor de toekomst. En dat is Feyenoord als nationale wereldbekerprimeurhouder alsmede als eerste én laatste Nederlands Europacuphouder dan ook aan zijn stand verplicht.
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart