COLUMN: En wéér gingen we af
21 juli 2022 09:06
Foto: Pro Shots
Beste Feyenoord-vrienden,
En opnieuw ging het grandioos mis in een oefenpartijtje op Varkenoord. Nu tegen de nummer twee van België. Het werd dit keer “maar” 0-4. Een fervent Feyenoord-fan uit Heerenveen, die als lid van de FNV per mail dagelijks zijn grote ongenoegen en verontwaardiging ten toon spreidt over het falende sociale beleid van Rutte en diens trawanten, rekende mij uit diepe bezorgdheid voor dat het doelsado in twee thuis gespeelde duels om des keizers baard maar liefst 0-11 bedraagt. Het zijn inderdaad waarlijke horrorcijfers. Ongekend en onwaardig voor een gepretendeerde Nederlandse topclub.
Dat laatste klopt in zijn totaliteit (qua historie, palmares en aanhang) zeker wel, maar er zijn ook stevige kanttekeningen bij die traditionele status te zetten. Want sinds de glorietijd van pakweg 1960 tot 1975 en enkele relatief korte oplevingen daarna (1984, 1991-1995, 1999-2002 en 2016-2018 waar het afgelopen jaar aan toegevoegd had kunnen worden mits het in Tirana goed was gegaan, zo betrekkelijk is het soms allemaal) hebben we toch ook jaren van armoede, teneergang en teloorgang gekend. Vanaf de zeventiger jaren in wel elk volgend decennium. Feyenoord heeft ook geregeld ergens onderaan in het rechter rijtje gebungeld, ooit zelfs op de laatste plaats. We hebben de finish wel eens gehaald met slechts 32 competitiepunten, ondanks dat het driepuntensysteem voor overwinningen al lang was ingevoerd. Dat zwaar onderuit gaan en structureel onder de maat presteren heeft natuurlijk diverse oorzaken gekend. Arrogantie en een gevoel van onaantastbaarheid zijn er zeker ook debet aan geweest. Zoals toen Feyenoord na het winnen van de EC I in 1970 niet ervoor zorgde dat er versterking werd gehaald op plaatsen in het elftal waar dat op z’n minst niet zou hebben misstaan. Zo werd de Zweed Roger Magnussen toen niet bij Olympique Marseille opgehaald om de semitopper Henk Wery te vervangen. De Amersfoorter had absoluut voetballende kwaliteiten zoals een vernietigend hard schot. Echter, als hij als rechtsbuiten de achterlijn had gehaald volgde er geen pasklare voorzet maar ging ie weer terug pingelen richting de middellijn. Dat werkte dus super vertragend maar dan anders dan dat De Kromme (Willem van Hanegem) dat op doeltreffende wijze placht te doen om sterke tegenstanders uit hun spel te halen en hen van hun te dominante balbezit te ontdoen. En zo hebben we ook de ronduit arrogante benadering van de toenmalig beste keeper van Nederland, Jan van Beveren, gehad. Toen hij in 1970 aan Guus Brox vroeg wat hij ging verdienen indien hij Sparta voor Feyenoord verruilde nam de clubmanager hem mee naar de middenstip en wees op de lege tribunes rondom hem die mudvol zouden zitten als hij tweewekelijks onder de lat zou staan in De Kuip. Maar voor die eer kan je nog geen broodje kopen en lange Jan vertrok naar PSV.
En een jaar later begon het drama bij de vervanging van de toen op 28-jarige leeftijd te vroeg vertrokken Ove Kindvall. Zuiver op de keeper beschouwd is de razendsnelle en o zo doeltreffende spits pas in 2001 op waardige wijze vervangen door Pi-air. Net als Ove kon hij vaak het doorslaggevende verschil maken bij het oogsten van successen. Maar dat was wel dertig jaar na het vertrek van de Zweedse hoge snelheidstrein.
Feyenoord heeft ook vaak een financieel ronduit slecht beleid gevoerd waardoor het stelselmatig in de problemen kwam en in 1991 zelfs een faillissement dreigde. Door ingrijpen van de later (in 2006) versmade en uit de Kuip verjaagde Jorien van den Herik werd ons dierbare Feyenoord toen van een bankroet gered.
Soms waren mindere tijden te wijten aan pertinente miskopen en dat betrof niet alleen mislukte spelers. Ook totaal verkeerde trainers waren geregeld de angel in het vlees. Brzezanczyk is wat mij het meest klassieke voorbeeld van een in alle opzichten mislukte trainer bij Feyenoord geweest en niet vanwege diens onuitsprekelijke naam. Maar ook de niet meer onder ons zijnde Pim Verbeek (niet te verwarren met de latere trainer met Gert-Jan als voornaam) was geen succes en nog minder in combinatie met Gunder Bengtsson, die hij in 1989 nolens volens naast zich moest dulden.
Dat glorie en deceptie soms van het gelukkige toeval kan afhangen heb ik enkele columns terug nog eens gememoreerd aan de hand van een spelsituatie van Feyenoord tegen Vorwärts Berlin in de kwarfinale van de EC I in 1970. Had toen niet rossige Ruud Geels als invalback op de doellijn een Oostduitse inzet met de punt van zijn schoen onschadelijk gemaakt, dan had het met de roemrijke loopbaan en onsterfelijkheid van Ernst Happel als voetbaltrainer wel eens heel anders kunnen lopen. Want dan had hij het bij Feyenoord vrijwel zeker hoogstens met die titel in 1971 moeten doen. En zelfs dat was kantje boord aangezien daartoe in Amsterdam van het destijds ontketende Ajax moest worden gewonnen. In de beker had Feyenoord zich op smadelijke wijze in de eigen Kuip door een gelegenheidselftal van Ajax laten uitschakelen waarbij de blufpokeraars, inclusief de altoos overschatte hoofdcoach Rinus Michels uit de residentieloze hoofdstad, niet nalieten van de gelegenheid gebruik te maken Feyenoord met uitspraken in de pers een extra vernedering toe te brengen. Zoiets in de trant van “als Feyenoord dan niet van ons wil winnen kan ik er (als Michels) ook niets aan doen!” Dat zette zoveel kwaad bloed bij de Feyenoorders dat het in de voorlaatste wedstrijd van het seizoen super gemotiveerd en met een ingezwachtelde (want geblesseerde) Rinus Israel het Olympisch Stadion betrad en Ajax ondanks een 1-0 achterstand bij de rust met 1-3 versloeg. Daarmee redde Feyenoord het seizoen nadat het drie weken na het glorieus winnen van de Wereldbeker roemloos in de eerste ronde van het nieuwe EC I-toernooi was uitgeschakeld door het onbeduidende Ut Arad. En ook de twee daarop volgende seizoenen onder leiding van Happel waren ronduit waardeloos. In het eerste werd relatief kort achter elkaar met 1-5 verloren van achtereenvolgens Anderlecht (vriendschappelijk), Benfica (voor de Europacup I) en Ajax (in eigen huis nota bene waar uit ook al met 2-1 was verloren). Ik volgde in die tijd een studiejaar in de Amsterdamse universiteitsbibliotheek aan het Singel en kreeg toen te horen dat Feyenoord een nieuw telefoonnummer had gekregen, te weten 010-151515.
En toen ook zijn vierde jaar als hoofdcoach van Feyenoord dramatisch verliep maakte de veel geprezen Oostenrijker dat seizoen niet eens af en vertrok met stille trom voortijdig naar Sevilla, waar hij een jaar later alweer werd ontslagen.
Roem en smaad, zij liggen heel dicht bij elkaar, soms slechts een teenlengte uit elkaar.
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart