COLUMN: Feyenoord: vom Himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt
4 februari 2019 12:34
Beste Feyenoord-vrienden,
Vorige week de grote held, deze week de risee. Toen allemaal met de borst vooruit, vandaag kunnen we weer niet over straat. Vom Himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt. En weer was het geen verrassing. Zelfs niet na de 0-1 voorsprong, waarna je toch van de ruimte zou moeten kunnen profiteren, welke je bij zo’n nipte voorsprong dan krijgt. Maar wederom gingen we roemloos onderuit. Het is Feyenoord ten voeten uit. Bij de 1-1 WhatsAppte een Feyenoord-vriend uit Limburg mij dat we nog wel gingen verliezen ook. Zijn realistische voorspelling kwam op klassieke wijze uit. Bij het scheiden van de markt, pijnlijker is niet denkbaar. Ik schoot spontaan in de lach toen het fatale doelpunt viel. Zeker niet van vreugde, maar van bijtend cynisme. Het hoort echt zo onverbrekelijk bij het huidige Feyenoord. Je kunt er zelden van op aan. Alweer de vijfde nederlaag dit seizoen, waarvan vier keer tegen clubjes uit het rechter rijtje.
Feyenoord is als vermeende topclub te groot voor een servet, maar te klein voor een tafellaken. Deze uit het Engels afkomstige beeldspraak werd ooit gebezigd, toen Feyenoord thuis van Volendam verloor met 2-5 (op 16 september 1962). In Europees verband had Feyenoord in Zwitserland vier dagen eerder met 1-3 gewonnen van Servette FC Genève, om vervolgens (op 19 september 1962) in eigen huis tegen hetzelfde Servette met identieke cijfers onderuit te gaan. Daarbij kroop het nog door het oog van een naald ook, want in de slotfase (vierenzeventigste minuut) kreeg Feyenoord met een 0-3 achterstand een uiterst cruciale penalty waaraan niemand zijn vingers wilde branden door die wellicht te missen. Rechtsback Gerard Kerkum stond toen als een ware aanvoerder op, nam zijn verantwoordelijkheid en joeg de bal van 11 meter genadeloos hard in de touwen. En om dat verhaal dan nog even af te maken, op 17 oktober vond een derde en beslissende ontmoeting plaats in het Rheinstadion in Düsseldorf en daar won Feyenoord na een 1-1 gelijke stand in de verlenging alsnog met weer 3-1. Feyenoord zou dat seizoen als eerste Nederlandse club tot in de halve finale van het EC I – toernooi reiken, door onderweg Vasas SC Budapest (ook in drie wedstrijden) en Stade de Reims uit te schakelen.
De huidige ogenschijnlijk onwrikbare derde plaats als “best of the rest” op de ranglijst beeldt deze marginale positie tussen servet en tafellaken van ons dierbare Feyenoord wel heel erg treffend uit. Hoewel die verankering best nog wel eens in gevaar zou kunnen komen als er niet snel beter gepresteerd wordt in met name de uitwedstrijden. En dan in het bijzonder tegen de kleintjes. Steeds meedogenlozer komt bloot te liggen hoe zeer Martin van Geel heeft gefaald in het samenstellen van een evenwichtige selectie, waarmee je in de Eredivisie in redelijkheid prima zaken zou kunnen doen. Nu lijkt het werkelijk nergens op! Veel te weinig creativiteit en een verdediging die veel meer aan een gatenkaas doet denken dan aan een Feyenoord waardige hechte defensie. En mentaal is er van alles mis in deze selectie. Er is daarin een schrijnend gebrek aan professionaliteit. In plaats van professioneel doorschakelen van Ajax thuis naar Excelsior uit is er sprake van amateuristische afschakeling. De “stroom” valt gewoon uit en dan is het trekken aan een dood paard.
Zelfs het kleine broertje van Woudestein is nu al een Angstgegner voor ons geworden. In ieder geval zodra er in Kralingen wordt gevoetbald. Niet alleen twee jaar geleden gingen we in de eerste kampioenswedstrijd finaal onderuit (3-0), maar ook op 18 januari 2008 met 2-1 onder leiding van de onvolprezen Bert van Marwijk en op 15 augustus 2010 onder leiding van Mario Been alias “Pietje Bell” (3-2). De grootste nederlaag tegen Excelsior werd overigens in De Kuip geleden. Op 2 maart 1980 verloor Feyenoord met maar liefst 0-4 van de Kralingers met Koos Waslander (“rooie Koos”) nog in de ploeg. Dat was destijds tevens de afscheidswedstrijd van Wim Jansen als voetballer bij Feyenoord. Hij zou vele supporters op het hart trappen toen hij na terugkeer uit de USA twee jaar bij Ajax tekende. Een twaalfjarig (!) boefje blesseerde hem toen Ajax op bezoek kwam tijdens de warming-up zo danig met een ijsbal in zijn oog, dat hij niet kon meedoen aan de wedstrijd. Feyenoord won het duel met 4-2. Wim Jansen werd in 1982 kampioen met Ajax. Johan Cruijff werd twee jaar later kampioen met Feyenoord. “Het kan verkeren!”zei Bredero
Terug naar de werkelijkheid van heden middag. Feyenoord leek in niets op het elftal dat vorige week na een dramatisch eerste kwartier het initiatief naar zich toe trok en Ajax van de mat speelde. En natuurlijk is de ambiance van een wedstrijd op Woudestein een heel andere dan in een kolkende Kuip. Uiteraard geeft een compact spelend Excelsior veel minder ruimte weg dan het altijd aanvallend ingestelde Ajax. Dat probleem geldt niet alleen voor Feyenoord. Ik heb op 29 april 1973 het grote Ajax van toen te nauwer nood op Woudestein zien winnen dankzij een late goal van Cruijff (in de vijfenzeventigste minuut). Op zich is een uitglijder op het Kralingse kunstgras dus niet eens zo buitensporig, maar het verval ten opzichte van vorige week is intergalactisch groot en alleen om die reden dus volstrekt onaanvaardbaar. Dit echec geeft het faillissement van het spelersbeleid van Martin van Geel op ontluisterende wijze weer. De technisch directeur is nu ondanks al diens zalvende teksten volkomen ongeloofwaardig geworden. De hoogste tijd om het goede voorbeeld van Giovanni van Bronckhorst te volgen en uit eigen beweging op te stappen. Misschien zit er dan arbeidsrechtelijk gezien nog een lucratieve vaststellingsovereenkomst voor hem in, zodat hij niet hoeft aan te kloppen bij het UWV, laat staan de gemeentelijke sociale dienst.
ForLife en ForEver
Rood-wit-zwart
Feyenoord-hart