Van den Herik: 'na het hoger beroep ben ik aan de beurt'; Voorzitter wil spelers huren voor 2e seizoenshelft
Verslaggever: K
Feyenoord voorzitter Jorien van den Herik ging in een uitgebreid interview met Feyenoord TV op RTL5 voor het eerst uitgebreid in op de belastingzaak. Daarnaast kwamen zijn toekomst, de toekomst van Feyenoord en de Feyenoord selectie ter sprake. De voorzitter liet weten zowel zichzelf als Feyenoord heel beschadigd te voelen, maar zich inhoudelijk pas na het hoger beroep uit te willen laten over de zaak. 'Als het hoger beroep achter de rug is, dan kom ik aan de beurt en zal ik absoluut niet misselijk zijn' aldus Van den Herik, die in een voorproefje alvast afgaf op de manier waarop de FIOD en officier van justitie de Feyenoord voorzitter als voorbeeld wilden zien hangen. 'En dan zijn ze aan het verkeerde adres' aldus de voorzitter die popelde om in de tegenaanval te gaan.
Van den Herik liet weten de laatste tijd vanwege de beschadiging met regelmaat te twijfelen of het niet verstandig is om er mee op te houden als voorzitter. Gedurende de zaak en het hoger beroep zal dat in ieder geval niet gebeuren, wellicht daarna. Maar het kan ook zomaar zijn dat hij nog vele jaren doorgaat, aldus de voorzitter. Als hij veroordeeld wordt, zal hij in ieder geval aftreden. 'Dan kan je niet aanblijven. Maar dat is een theoretische vraag, een veroordeling is ook in hoger beroep gewoon niet mogelijk'.
De voorzitter ging verder in op de mogelijkheid om de selectie verder te versterken. Mocht die mogelijkheid zich voldoen zal hij dat zeker niet nalaten. Voor het begin van de tweede seizoenshelft moet duidelijk worden met welke spelers Feyenoord door wil gaan. Dat geldt dus o.a. ook voor de routiniers Van Hooijdonk en Paauwe met wie gesproken zal gaan worden.
De voorkeur van Van den Herik gaat uit naar het huren van spelers voor de tweede seizoenshelft in plaats van nu al spelers aan te trekken voor het nieuwe seizoen. 'Dan kunnen we langer kijken of de spelers voldoen, niet alleen sportief maar ook qua aanpassing in Rotterdam en acceptatie in de groep. Dan kan je vervolgens een beter oordeel geven of de speler definitief aangetrokken moet worden.'