Tiende sterfdag Ernst Happel
Verslaggever: K
Vandaag is het de tiende sterfdag van Ernst Happel. Daarover staat in Uit het Veld, gratis nieuwsbrief per email over sportgeschiedenis, een artikel.
FEYENOORD IS MIDDEN-EUROPEES
In de geschiedenis van Feyenoord wemelt het van trainers uit Midden en Oost-Europa, die bepalend zijn geweest voor de hoogtepunten. Dat is het eerste wat opvalt op de tiende sterfdag van Ernst Happel. Op 14 november 1992 overleed deze Oostenrijker door een slopende ziekte. Hij zorgde ervoor dat de Rotterdammers tussen 1969 en 1973 de absolute top haalden op Nederlands, Europees en mondiaal niveau. Maar tussen 1935 en 1956 deed de Hongaar Richard Dombi hetzelfde: nationale kampioenschappen en de zege in 1938 op Arsenal, toentertijd officieus 's werelds beste ploeg. Deze twee trainers waren opmerkelijke karakters met extravagante eigenschappen. Waaronder hun Nederlands-Duitse koeterwaals, een woordenboek op zich. Dombi was Hongaar en Happel Oostenrijks, maar eigenlijk is dit een miniem verschil, omdat deze twee tot een kleine eeuw geleden onderdeel uitmaakten van dubbelmonarchie Oostenrijk-Honagrije. Dat zorgde in 1935 voor grote problemen bij clubblad De Feyenoorder, toen Dombi werd aangetrokken. De redacteuren waren er naar maanden speurwerk nog steeds niet achter uit welk
land hij kwam: Oostenrijk of Hongarije. In ieder geval voetbalde hij in zijn jonge jaren in Wenen, bij WAC. Happel speelde in dezelfde stad, maar dan voor Rapid.
Ook waren beiden gezegend met een enorme techniek en spelinzicht, die tot enkele decennia geleden spreekwoordelijk waren voor hun geboorteland(en). Zowel in de jaren van Dombi als Happel was hun nationale voetbal fabelachtig schoon om te zien. Wijlen Jan Linssen speelde onder Dombi: "Hij had kattenogen waarmee hij ook in het donker elk gesmokkel aan de overzijde van het veld signaleerde. Als iemand tijdens het rondjes lopen probeerde een hoek van het veld af te snijden had hij dat onmiddellijk in de smiezen." Befaamd is de actie van Happel toen zijn spelers sneerden dat hij oud was geworden: zonder moeite schoot hij van grote afstand elk gewenst object omver, hoe klein dan ook. Feyenoord speelde daarom in die tijd niet het werkvoetbal, maar juist hoogtechnisch. En dan de uitspraken van die twee: 'Kein geloel' van Happels en 'Nicht ?ben, nicht spielen' van Dombi. Het betekende keiharde discipline voor de spelers en anders Raus! En dan was dit nog maar een heel kleine greep uit hun extravagantheden.
Dombi of Happel: beide staan nog steeds voor absolute hoogtepunten uit de geschiedenis van Feyenoord.
Jurryt van de Vooren
Voor belachelijk regelmatig nieuwe informatie over sportgeschiedenis.
http://www.xs4all.nl/~dilanus/veld.htm