Arne Slot: 'De eerste helft lukte niet, de tweede helft was niet genoeg'

Het zou de kroon op zijn eerste seizoen als hoofdtrainer van Feyenoord moeten zijn geworden: de Conference League-finale winnen na een knotsgekke Europese tour. Helaas pakte het anders uit voor Arne Slot en zijn team. In een tropisch Tirana konden de Rotterdammers AS Roma niet de baas worden en werden zij verliezend finalist. Met een prijsloze terugkeer naar Rotterdam in het verschiet, sprak ESPN met de teleurgestelde coach:

“Het is heel teleurstellend. Dat zit ‘m uiteraard in het resultaat, dat je verliest. Als je naar de analysestand gaat dan zit de grootste teleurstelling in de eerste helft. We begonnen de eerste vijf of tien minuten best aardig, maar het lukte de eerste vijfentwintig minuten niet om in een kansrijke situatie te komen. En dat had niet zozeer te maken met de ruimte die er niet lag, want die lag er echt wel. Maar we bleven veel te vaak op één kant en zochten veel te vaak de bal door het midden.”

De eerste Conference League-finale begon daarmee als vele finales, met weinig spektakel en veel aftasten. Na de eerste helft wilde Slot zijn ploeg vooral meegeven dat er toch echt meer mogelijkheden waren op het veld: “We hebben in de rust aangegeven dat er veel meer ruimte lag dan ze wellicht dachten en dat de bal gewoon veel vaker van kant naar kant moest. Om op die manier wel in grote ruimtes te komen met je aanvallers. Nou, dat hebben ze de tweede helft veel beter gedaan met een aantal prima kansen tot gevolg. Maar niet met waar het in het voetbal om gaat: het maken van een goal. Dat het in de eerste helft niet lukt heeft te maken met de positionering van spelers en keuzes die spelers aan de bal maken. Ik had er in de eerste opbouw niet zoveel moeite mee als Orkun (Kökcü, red.) wat lager speelde, maar als de bal dan verder naar voren gaat dan moet ‘ie toch echt weer wat hoger gaan spelen om daarna daar aanspeelbaar te zijn. Anders maken zij het daar heel snel dicht. Dergelijke keuzes, waaronder niet steeds door het midden willen spelen, hebben ze in de tweede helft veel beter gemaakt en toen zijn we een aantal keer via de zijkanten gevaarlijk geworden. Ook via een standaardsituatie hebben we nog een grote kans gehad.”

De immer scherpe Slot zet zijn analyse voort en stipt aan wat er goed en wat er beduidend minder goed ging in de finale-clash met AS Roma: “Als je een finale speelt, tegen zo’n tegenstander, dan weet je dat je maar weinig kansen gaat krijgen. Dan speel je ook nog eens tegen een Italiaanse ploeg: dan is de kans op kansen ook al een stuk kleiner. En dan speel je tegen een ploeg van Mourinho, nou, dat maakt de kans op kansen misschien nog wel weer kleiner. Dan moet ik wel zeggen dat ik het best nog oké vind wat we gecreëerd hebben in de tweede helft. Helemaal als je in ogenschouw neemt dat, als er een moment was en we zaten er lekker in, zij het spel enorm begonnen te frustreren. De enige die daar dan iets aan kan doen is de scheidsrechter. We hebben ons vijfendertig minuten lang langs de zijlijn rustig gehouden, maar na het laatste fluitsignaal ben ik wel even gaan vragen aan de scheidsrechter hoe hij in hemelsnaam aan maar vijf minuten extra tijd kwam. Met veel aanvallende wissels hebben we nog geprobeerd om de wedstrijd toch over de streep te trekken, maar het was niet voldoende.”

Hoewel de deceptie en desillusie overheersen, is de hoopvolle stemming van het afgelopen seizoen niet uit Slot of zijn ploeg verdwenen: “We hebben een aantal zeer, zeer talentvolle spelers en als zij deze ontwikkeling voortzetten, dan gaat dit niet hun laatste finale zijn. Ik hoop ook niet dat het voor Feyenoord voor de komende jaren de laatste finale is. Een finale is alleen leuk als je ‘m wint. Ik kan het nu nog even niet, maar we kunnen natuurlijk over de afgelopen weken en maanden wel terugkijken op een mooi seizoen.”