Uroš Spajić: 'Ik ben kampioen geworden met Anderlecht en wil die periode weer herbeleven'

In gesprek met het Algemeen Dagblad geeft Uroš Spajić aan dat hij graag in Nederland wilde gaan spelen. "Heel graag, want ik weet hoe hier wordt gevoetbald", aldus Spajić. "Mijn ploeggenoot Tonny Vilhena vertelde mooie dingen over de club. En ik hou wel van druk. En dat is er als je voor Feyenoord speelt. Hier kun je om de prijzen spelen. Hier zit het stadion vol als straks iedereen weer naar het voetballen mag. Ik ben kampioen geworden met Anderlecht, ik wil die periode weer herbeleven bij deze club."

De Serviër mocht tegen Willem II zijn debuut maken. Hij houdt er echter niet van om zichzelf te praten. "Lekker even vertellen waar je goed in bent en hoe je speelt, dat vind ik helemaal niks. Op het veld moet het gebeuren, daar kunnen mensen zien wat je echt waard bent", zo geeft hij aan. "Tegenwoordig hebben er volgens mij opeens heel erg veel mensen enorm veel verstand van voetballen. Ik heb geen trek in een discussie over mijn kwaliteiten of iets dergelijks. Dat ik dit vind en zij dat."

Spajić gaat verder: "Ik heb één wedstrijd gespeeld. Fysiek was ik in orde en als mensen vonden dat ik opvallend rustig bleef: ik heb veel ervaring en veel grote wedstrijden gespeeld. Ik heb gedaan wat er van mij werd gevraagd. Met Marcos Senesi kan ik in het Spaans communiceren, omdat ik in het verleden vaak met Spaanstalige jongens heb gespeeld. Maar ik weet ook dat het nog maar een start was. Dat ik zeker nog niet in mijn grootste vorm ben, daar had ik te lang niet voor gespeeld."

Over de verdediger is het beeld ontstaan dat hij een keiharde verdediger is. "Dat beeld is echt iets uit mijn jonge jaren bij Toulouse. Daar was ik hongerig en gretig en vloog ik er nog weleens in. Dat leverde rode kaarten op", zegt hij daarover. "Maar wie de moeite heeft genomen om mijn hele loopbaan te bekijken, weet dat het al lang achter mij ligt. Ik ben ervaren, weet wat ik doe op het veld. Ik ben hier om te verdedigen. Dat lukte tegen Willem II, daar gaven we niets weg, maar we zijn pas net begonnen."