Sven van Beek: 'Ik ben veel sneller terug dan zes maanden'
1 oktober 2020 09:26 - Algemeen Dagblad
Foto: Pro Shots
Opnieuw is Sven van de Beek tegen een langdurige blessure aangelopen. In gesprek met het Algemeen Dagblad geeft hij echter aan dat hij nooit op zal geven. "Ik heb eigenlijk altijd pijn gehad. Maar voor het eerst in jaren heb ik echt gevoel dat ik die fase achter me heb gelaten", aldus Van Beek. "Niemand verwacht meer iets van mij, ik probeer er zelf ook voorlopig zonder verwachtingen in te staan. Maar toch, er is gezegd dat ik weer zes maanden niet zou kunnen spelen. Daar heb ik één antwoord op: ik ben veel sneller terug."
Voor de verdediger ging het in de eerste oefenwedstrijd direct weer mis. Om die reden werd Uroš Spajić als vervanger binnen gehaald. "Ik snap heel goed dat de trainer verder kijkt. Dat zou ik ook doen. Bovendien speelde ik vorig seizoen ook nauwelijks", zo geeft hij aan. "Feyenoord is een grote club en moet verder als er spelers geblesseerd afhaken. Maar die operatie in het Erasmus Medisch Centrum heeft mij wel het gevoel gegeven dat ik weer zal terugkeren als profvoetballer."
Na zijn blessure kreeg Van Beek opnieuw veel over zich heen op social media. "Weet je, als je net komt kijken als profvoetballer lees je alles. Dan ben je trots als mensen iets positiefs over je te melden hebben. Maar die fase ligt al ver achter mij", zegt hij daarover. "Als je leest wat er doorgaans anoniem over je wordt geschreven, schrik je. Alsof ik een aansteller ben. Ik heb me daar snel voor afgesloten, het helpt je niet verder. Maar ik heb ook familie en vrienden, die krijgen dingen mee."
Van Beek gaat verder: "Het zijn volgens mij vaak kinderen van elf, twaalf jaar die dat soort beledigingen op sociale media slingeren. Ze hebben geen idee. Ik heb altijd pijn gehad, ik heb me vreselijk gevoeld als ik weer eens moest revalideren. De voetbalwereld is dan hard. Maar toch, als ik later een zoon zou krijgen en hij zou het in zich hebben om profvoetballer te worden, zou ik het hem niet afraden. Het is zo mooi om in de Kuip te voetballen. Om je te meten met sterke spelers. Ik bleef overeind in de Champions League tegen de spitsen van Manchester City en Napoli. Daar denk ik nog weleens aan."