Orkun Kökcü: 'Dick Advocaat heeft me verlost van negatieve ballast'

In een uitgebreid interview met Voetbal International is Orkun Kökcü lovend over Dick Advocaat. Onder de huidige trainer van Feyenoord bloeide de middenvelder echt op. "Ik was in eerste instantie benieuwd. Ik had twee weken niet in de basis gestaan, voor VVV-uit. Die vrijdag ervoor deelde hij de hesjes uit en ik kreeg er eentje", aldus Kökcü. "Ik dacht: Misschien gaat hij wel rouleren of zo. Maar ik bleef staan. Advocaat kwam naar me toe en zei: 'Jij hebt maar één goal, hè, als middenvelder van Feyenoord'. Ik keek hem aan, een beetje verlegen, want dat wist ik zelf ook wel. 'Kan natuurlijk niet', zei hij toen, een beetje plagend. 'Wees brutaal en schiet gewoon wat vaker'. Ik ben nooit meer uit het elftal geweest."

Het zette de jonge middenvelder aan het denken. "Hij liep elke week wel een keer langs en dan begon hij weer over dat scoren. Ik kwam ook best vaak in een positie dat ik een doelpunt kon, nee, móést maken, maar steeds lukte het niet. Terwijl ik in de jeugd gemakkelijk scoorde, er was een jaar bij dat ik er zeventien maakte en topscorer werd. Ik dacht: Hoe kan dat nou? Dat doel is toch even groot?", zo geeft Kökcü aan. "Pas vorige week drong het tot me door, toen had ik ineens het antwoord: de keepers. In de jeugd zijn ze niet ervaren, in de Eredivisie wel en kunnen ze me lezen. Dus als ik vroeger schoot, reageerde die doelman gewoon een fractie te laat: goal."

Kökcü gaat verder: "Nu doen ze een stapje naar voren of opzij en zijn ze in staat die schoten te pakken. Maar als ik de laatste week zag... Ik was overtuigender, schoot harder, nog meer geplaatst. Die keepers zijn zo goed, je moet in feite naast de paal mikken om te zorgen dat die ballen met effect net buiten hun bereik in het doel vallen. Ik weet het nu, volgend seizoen ga ik veel meer scoren. Laten we eerlijk zijn: als middenvelder van Feyenoord moet ik er toch ook minstens zeven, acht kunnen maken?"

Omdat Advocaat iedereen vertrouwen gaf, gingen de prestaties flink omhoog. "Als ik naar mezelf kijk: onder Stam speelde ik, maar verloor ik mijn plek. Het jaar ervoor, met Giovanni van Bronckhorst als trainer, kwam ik helemáál niet aan de beurt. Wat je dan krijgt, is dat je heel geforceerd gaat spelen. Het uitgangspunt is: je moet goed spelen, anders zit je weer op de bank", zegt de middenvelder daarover. "Toen ik eenmaal wist dat deze trainer me gewoon liet staan, veranderde de focus. Ik moest nu goed spelen, zodat we als ploeg zouden winnen. Snap je het verschil? Advocaat heeft me verlost van negatieve ballast, daardoor voelde ik me vrijer."

Meer op VI.nl