Robin van Persie: 'Van mijn generatie ben ik de laatste die een kans kreeg bij Feyenoord'

In gesprek met De Telegraaf geeft Robin van Persie aan dat hij als jongetje nooit had durven dromen over wat hij nu als voetballer heeft bereikt. "Als kind had ik in mijn hoofd dat ik later misschien bij Excelsior zou kunnen spelen. Dat was mijn kleine bubbeltje waar ik in zat. Later ging ik aan Feyenoord 1 denken", aldus Van Persie. "Maar ik heb ook mindere jaren gehad. In de B-jeugd van SC Feyenoord raakte ik helemaal niks en toen bleek achteraf dat ik antistoffen in mijn bloed had van de Ziekte van Pfeiffer."

De aanvaller kende ook genoeg moeilijkheden in de jeugd. "Er waren ook andere jongens, zoals Smolarek, Leonardo, Boutahar, Van Dieren, Swerts en Loovens, die aangeschreven stonden als misschien wel grotere kanshebbers om het te halen. Van mijn generatie ben ik ook de laatste geweest die een kans kreeg bij Feyenoord", zo geeft hij aan.

Van Persie gaat de komende maanden zijn afscheidsronde in langs de Nederlandse velden. "Wat ik heel leuk vind en waar ik eigenlijk geen rekening mee had gehouden, zijn de reacties van de mensen. Hoe ik word benaderd door supporters van andere clubs, bijvoorbeeld bij SC Heerenveen en FC Utrecht", zegt hij daarover. "In Engeland ben ik elf jaar lang bij elke uitwedstrijd uitgefloten en uitgescholden. Sinds ik terug ben, voelen de uitwedstrijden ergens ook nog wel comfortabel. Dat is heel mooi om mee te maken."