Kennis Feyenoord Academy verspreidt zich als olievlek
15 oktober 2015 18:19 - Feyenoord.nl
De samenwerking tussen Feyenoord Academy en topamateurverenigingen in met name Zuid-Holland begint zijn vruchten af te werpen. Kennisoverdracht is een van de pijlers onder de samenwerkingsverbanden en daartoe worden op regelmatige basis workshops – woensdagmiddag nog over jeugdscouting – georganiseerd voor de inmiddels negen Academy Partners, waarvan Alphense Boys de opgedane kennis en kunde inmiddels ook actief uitdraagt naar coaches van omringende clubs in de regio Alphen.
‘We zijn dit seizoen gestart met praktijkbijeenkomsten voor trainers van een aantal clubs waarmee wij samenwerken’, zegt Paul Bahlmann, jeugdcoördinator van Alphense Boys, die in de opkomst van bijna vijftig man de bevestiging zag van dat de topamateurvereniging in een behoefte voorziet. ‘Wij leren van Feyenoord en willen op onze beurt onze kennis ook weer delen. Zoals Feyenoord en Alphense Boys elkaar versterken, zo kan dat ook gaan tussen ons en verenigingen in de buurt. Wij leren ook van hoe andere amateurclubs omgaan met bepaalde kwesties.’
De op de praktijkbijeenkomst afgekomen coaches bekeken een groepstraining van Alphense Boys C1, dat in de Eerste Divisie tot nu toe alle zes de duels heeft gewonnen en koploper is voor onder meer ADO Den Haag C1 en Excelsior C1. Bahlmann: ‘Het leuker en vooral leerzamer maken van een training voor jeugdspelers stond centraal. Afsluitend heeft Sander van Dijk, onze C1-coach, een toelichting gegeven en een discussie geleid over jeugdopleiding.’
Remco Heerkens, namens Feyenoord Academy verantwoordelijk voor het opzetten en invullen van de samenwerkingsverbanden met Academy Partners, was ook aanwezig in Alphen aan den Rijn. De oud-prof is blij met de vooruitstrevendheid van Alphense Boys: ‘Op deze manier verspreidt de kennis van Feyenoord Academy zich als een olievlek. Belangrijk, want wij zien het als onze verantwoordelijkheid om onze expertise te delen met het Nederlandse voetbal. Rechtstreeks met onze Academy Partners en vervolgens via deze topamateurverenigingen ook met de wat kleinere clubs in de betreffende regio's.’