'Feyenoord heeft no-show percentage van rond de 10%'

Feyenoord publiceert bij elke wedstrijd het aantal verkochte kaarten, niet het daadwerkelijke aantal aanwezigen. Tegenover NRC Next meldt een woordvoerder van Feyenoord dat gemiddeld zo'n 10% niet komt opdagen over het aantal verkochte kaarten. "No show percentages wisselen per wedstrijd en per seizoen, ze zijn in een goed jaar lager dan als het minder gaat. Maar de cijfers schommelen rond de 10 procent." De krant wist alleen van Ajax exacte cijfers te achterhalen, ter vergelijking die club heeft een 'no-show' van 21%.

Het vermelden van de verkochte kaarten is belangrijk voor de ‘Club Positioning Matrix’. Daarin is het een van de overigens vele factoren op basis waarvan onder andere de televisiegelden worden verdeeld. Het bureau baseert zich op de aantallen in Voetbal International, dat zich op zijn beurt weer baseert op cijfers die de clubs verstrekken. De clubs die het aantal verkochte kaarten opgeven, hebben daarmee een voordeel. In het CPM-model tellen stadiongrootte en bezettingsgraad samen voor 13 procent mee. Het CPM-model als geheel telt voor 50 procent mee bij de verdeling van de tv-gelden – de andere 50 procent wordt bepaald door de stand op de ranglijst in de drie voorgaande seizoenen. Volgens navraag van NRC Next melden alleen RKC Waalwijk, SC Heerenveen, ADO Den Haag, Heracles Almelo en PSV werkelijk aanwezige toeschouwers. De andere clubs melden verkochte kaarten en komen zo relatief (soms veel) hoger uit.

Meer: NRC Next